GEZONDHEID
Een studie produceerde de eerste allergie-atlas in Europa
Allergieën zijn erg vervelend en treffen het grootste deel van de wereldbevolking. Of ze nu seizoensgebonden zijn (voor pollen, grassen) of aangeboren (voor stof, pinda's, insectenbeten), men moet er hoe dan ook mee leven en zo nodig doses antihistaminica nemen.
Een studie van de Universiteit van Wenen heeft nu een echte Europese kaart gemaakt van de gevoeligheid voor bepaalde soorten allergieën, de eerste ooit die gebruik maakt van een nieuwe analysemethode en nieuwe tests. De resultaten tonen ook verschillen in gevoeligheid naar gelang van de woonplaats en het voedingspatroon.
Deze resultaten kunnen ook nuttig zijn voor preventie en strategieën om deze ergernissen te bestrijden.
Een studie produceerde de eerste allergie-atlas in Europa
Allergieën zijn erg vervelend en treffen het grootste deel van de wereldbevolking. Of ze nu seizoensgebonden zijn (voor pollen, grassen) of aangeboren (voor stof, pinda's, insectenbeten), men moet er hoe dan ook mee leven en zo nodig doses antihistaminica nemen. Een studie van de Universiteit van Wenen heeft nu een echte Europese kaart gemaakt van de gevoeligheid voor bepaalde soorten allergieën, de eerste ooit die gebruik maakt van een nieuwe analysemethode en nieuwe tests. De resultaten tonen ook verschillen in gevoeligheid naar gelang van de woonplaats en het voedingspatroon. Deze resultaten kunnen ook nuttig zijn voor preventie en strategieën om deze ergernissen te bestrijden.
De eerste Europese allergie-atlas
Voor het eerst in de geschiedenis werd een echte atlas van Europese allergieën opgesteld. Bij meer dan 2800 kinderen uit alle delen van Europa (noord, zuid, midden) werden moleculaire sensibilisatiepatronen bestudeerd en werden regionale, klimatologische en dieetverschillen in reactie op allergenen onderzocht, waarbij duidelijke verschillen werden aangetoond die niet alleen aan genetica kunnen worden toegeschreven.
De studie
Deze studie werd uitgevoerd door de Medische Universiteit van Wenen, in samenwerking met het Instituut Karolinska in Stockholm en de Universiteit Karl Landsteiner van Gezondheidswetenschappen van Krems. De resultaten werden gepubliceerd in het prestigieuze tijdschrift Allergy.
Nieuw in de studie
Aan het hoofd van de studie staat professor Rudolf Valenta van het Instituut voor Pathofysiologie en Allergieonderzoek van de Medische Universiteit van Wenen. In de loop van het onderzoek werden immunoglobuline E (IgE) overgevoeligheidspatronen onderzocht, d.w.z. antilichamen waarvan de aanwezigheid in het bloed wijst op allergische overgevoeligheid, in negen cohorten op bevolkingsniveau uit heel Europa. Deze resultaten werden bereikt dankzij een nieuwigheid in de analysemethode, die nooit eerder werd uitgevoerd en betrekking had op 176 allergeenmoleculen.
Stuifmeel en katten
Uit de resultaten blijkt bijvoorbeeld dat de gevoeligheid voor het graspollenallergeen Phl p 1 en het belangrijkste kattenallergeen Fel d 1 in de meeste gebieden van Europa domineert. Dit betekent dat er voor deze specifieke allergie geen externe patterns lijken te zijn die veranderen wie eraan lijdt en wie niet.
Pinda-allergie
De situatie is anders wat betreft de overgevoeligheid voor pinda-allergenen, die niet onverdeeld, maar slechts voor een klein deel in enkele specifieke gebieden worden aangetroffen, terwijl in Zuid- en Midden-Europa meer fruitallergenen (Pru p 3 e Act d 1 e 2) voorkomen.
Allergie voor huisstofmijt
De gevoeligheid voor stofallergenen (Der p 1, 2 e 23) verschilt sterk van plaats tot plaats. Uit de atlas blijkt echter dat de laagste concentratie van mensen die gevoelig zijn voor dit allergeen wordt aangetroffen in Noord-Europa, waar een strenger klimaat heerst.
Allergie voor wespengif
Allergie voor wespensteekgif is, evenals die voor andere insecten, overheersend in grote delen van Europa, zoals West-, Noord- en Midden-Europa. In Zuid-Europa is de gevoeligheid echter niet zo dominant.
Wat deze studie inhoudt
Allereerst maakt deze nieuwe kaart het mogelijk om de ontwikkeling van IgE-overgevoeligheid vanaf de vroege kinderjaren te volgen. Bovendien schreven de onderzoekers de variaties in gevoeligheid toe aan verschillende allergenen, klimaatomstandigheden en verschillende leef- en eetgewoonten in de afzonderlijke regio's. Wat kinderen betreft, was een van de belangrijkste bevindingen van de studie dat personen die in een warme, droge omgeving zijn opgegroeid minder kans hebben om significante gevoeligheden voor allergenen te ontwikkelen dan personen die in een gematigde omgeving zijn opgegroeid.
metabolisme en gewichtsverlies
goed eten
30/05/2023
Voeding speelt een sleutelrol in de haargroei. Een evenwichtige en gevarieerde voeding, rijk aan proteïnen, vitaminen en mineralen, is essentieel om de haarzakjes te voeden en het haar gezond en sterk te houden.
Eiwitten zijn essentieel voor de vorming van keratine, het belangrijkste haarproteïne, terwijl vitaminen zoals biotine, vitamine C en vitamine E de haargroei bevorderen en het haar er beter doen uitzien. Daarnaast zijn mineralen zoals ijzer, zink en koper belangrijk voor de opname van essentiële voedingsstoffen voor het haar. Een tekort aan deze elementen in de voeding kan leiden tot haaruitval en de ontwikkeling van problemen zoals alopecia.
Een gezonde, evenwichtige voeding rijk aan eiwitten, fruit, groenten en volle granen helpt het haar sterk en gezond te houden, bevordert de groei ervan en voorkomt vroegtijdige haaruitval. Laten we samen uitzoeken welke voedingsmiddelen de haargroei bevorderen.
gezondheid
26/05/2023
Humane immunodeficiëntievirussen (Human Immunodeficiency Viruses) zijn twee soorten Lentivirus (een geslacht van retrovirussen) die een infectie veroorzaken die, indien onbehandeld, leidt tot het verworven immunodeficiëntiesyndroom (AIDS).
HIV leidt dus tot AIDS, maar sommige mensen weten niet dat het eerste stadium, HIV, zich al in de eerste weken na besmetting, wanneer de virale belasting het hoogst is en de proefpersoon het meest besmettelijk, met enkele symptomen kan manifesteren.
De wetenschap dat HIV ook symptomatisch is, kan zeer nuttig zijn. Als zich een of meer symptomen ontwikkelen als gevolg van onbeschermde geslachtsgemeenschap, kan de proefpersoon zich daarvan bewust worden en zich tijdig laten onderzoeken, zodat zo snel mogelijk een passende behandeling kan worden gestart.